Onderstaand interview verscheen in de Bunschoter van vrijdag 14 februari 2003.

Guus Tóth heeft een kwaadaardige hersentumor

Elke nieuwe dag is voor mij een feest

door Antoinette Kooistra

Als een donderslag bij heldere hemel kan het je treffen; een levensbedreigende ziekte. Als die diagnose gesteld wordt stort je wereld in elkaar. Dat gebeurde voor Guus Tóth toen er bij hem een kwaadaardige hersentumor werd gevonden in de eerste helft van het vorig jaar. Na een operatie en het voor hem maximale aantal van dertig bestralingen bleek de tumor nog steeds aanwezig te zijn. "Sterker nog, slechts één maand na de laatste bestraling, was de tumor groter dan vóór de operatie", vertelt Guus. In het ziekenhuis kon men niets meer voor hem betekenen; er was geen hoop meer. Via familie kwam hij aan het adres van de praktijk 'Eye4Care' in Harlingen, waar men werkt met frequentietherapie. En het ongelooflijke gebeurde. Na vier weken in Harlingen was Guus' conditie sterk verbeterd. Nu, ruim een half jaar later, gaat het nog steeds elke dag beter met hem. "Het is alsof ik mijn leven heb teruggekregen", is het veelzeggende commentaar.



Februari 2002 merkte Guus voor het eerst dat er iets fout ging. "Ik had een vreemde druk in mijn hoofd, ik werd trager en maakte kleine fouten in het dagelijks leven. Daarnaast ging mijn linker motoriek achteruit." Na onderzoek door de huisarts werd hij doorgestuurd naar het ziekenhuis. Op 13 maart volgde het onderzoek in medisch centrum Meander te Amersfoort. "Onderweg naar het ziekenhuis kreeg ik stuiptrekkingen in mijn linkerbeen. Daardoor werd ik nog ongeruster dan ik al was." Na diverse onderzoeken werd er direct een CT-scan gemaakt van zijn hoofd. "Naar aanleiding van die scan werd ik dezelfde dag nog opgenomen. De neuroloog vertelde dat er een tumor met een flinke cyste met vocht in mijn hoofd zat." Aan het einde van drie ziekenhuisdagen vol onderzoeken kwam de chirurg langs en vertelde dat hij zou gaan opereren. Een half uurtje daarna kwam de neuroloog. Hij berichtte voorzichtig dat de tumor wel eens kwaadaardig zou kunnen zijn. Op 27 maart werd Guus geopereerd in het Academisch Ziekenhuis Utrecht. "Toen ik bijkwam uit de narcose merkte ik gelijk dat de druk in mijn hoofd was verdwenen. Ik leefde nog en wilde eieren met spek", vertelt hij. "De volgende dag kwam de professor langs en vertelde dat 99% van de tumor was verwijderd. Op dat moment was ik allang blij met de enorme verlichting in mijn hoofd en de terugkeer van lichaamsfuncties. Ik wist toen nog niet hoe hard die ene procent zou gaan groeien door de verse zuurstof die het kreeg." Op 11 april kwam de uitslag van het weefselonderzoek. "We kregen te horen dat de tumor kwaadaardig was; een astrocytoom, graad 4. Ons werd verteld dat dit één van de ergste hersentumoren is die een mens kan krijgen. Ik zou een levensverwachting van 4 maanden tot 4 jaar hebben met deze tumor. Maar op de website van het UMC las ik dat de levensverwachting in mijn situatie niet meer dan 12 maanden zou zijn."

Op advies van de chirurg zette Guus zijn behandeling voort met bestralingen. De eerste bestraling kreeg hij op 22 mei van het vorig jaar. Er zouden in totaal 30 bestralingen plaatsvinden, wat voor hem het maximaal toegestane aantal was. Maar op 21 juni, na de 22e bestraling, kreeg hij voor het eerst een grand-mal epilepsie aanval. "Het gebeurde in de auto, toen ik onderweg was naar vrienden. Met een ambulance ben ik naar een ziekenhuis in Spijkenisse gebracht. Op de eerste hulp aangekomen kreeg ik een tweede aanval. Ik lag op dat moment alleen en ben van de brancard gevallen, op mijn hoofd. Er werd onmiddellijk een CT-scan gemaakt. Op die foto was geen schade aan mijn schedel te zien, maar er bleek wel een stukje tumor zichtbaar, en dat na 22 bestralingen. De moed zonk me in de schoenen." Met de wetenschap dat de bestralingen hem niet van de tumor af zouden helpen, ging Guus, samen met zijn moeder, broer Alex en zus Erika, op zoek naar alternatieven. "Ik wilde me niet neerleggen bij mijn levensverwachting en heb een tweede mening gezocht in de Daniël den Hoed kliniek. Daar werd bevestigd dat een chemokuur weinig tot geen zin had. Volgens de arts was de kans dat zo'n kuur aan zou slaan kleiner dan 10%." Inmiddels was Guus al begonnen met een aantal vitaminepreparaten, voedingssupplementen en goede voeding. "De tumor in mijn hoofd leefde voornamelijk van suikers en dierlijke eiwitten. Die werden dus als eerste van mijn lijstje geschrapt. In het begin moest ik daar wel aan wennen; ik at bijvoorbeeld graag een lekkere steak. Dat was er niet meer bij!"

Via familie hoorde Guus over een behandeling op basis van frequentie therapie. "Het verhaal was dat deze persoon vóór de behandeling een levensverwachting had van enkele weken en na de behandeling weer liep en zelfs weer aan het werk zou zijn. Mijn moeder heeft een afspraak geregeld bij deze praktijk, Eye4Care in Harlingen. Op 30 juli ben ik getest en heb ik een proefbehandeling gehad. Daarna zou de therapeut eerlijk vertellen of hij mij succesvol zou kunnen behandelen." Intussen ging hij hard achteruit. "Mijn linkermotoriek was slechter geworden en ik werd steeds suffer en trager." De test toonde aan dat hij in Harlingen behandeld zou kunnen worden. "We hebben in de buurt van de kliniek een hotelkamer geboekt en zijn de volgende dag met de behandeling begonnen. Er was geen tijd te verliezen." Van deze periode kan hij zich niet veel meer herinneren. "Mijn moeder, broer en zus hebben alles geregeld. Ik was toen eigenlijk al zo versuft, dat ik daar zelf niet meer toe in staat was. Ik had, na het bezoek aan de Daniël den Hoed, me er al bij neergelegd dat ik het niet zou overleven."

Voor zijn vertrek naar Eye4Care was Guus nog voor een controlebezoek bij de neuroloog geweest. Tijdens dat bezoek was er ook een MRI scan gemaakt. "Op 2 augustus, toen ik al in Harlingen was, is mijn broer Alex naar de neuroloog gegaan om de uitslag van die scan te vernemen. De dokter zei 'Het gaat slecht met Guus. Ik hoop dat hij snel versuft.' Toen mijn broer vroeg naar mijn levensverwachting en daarbij sprak over maanden schudde de neuroloog veelzeggend zijn hoofd."

"De behandeling in de praktijk in Harlingen is gebaseerd op het gegeven dat het menselijk lichaam elektrisch geladen is (denk maar aan een trui die knettert als je hem over je hoofd trekt). Dat gegeven is meetbaar en bleek bij mij op 60/40 te zitten, wat, volgens de therapeut, een gevaarlijke verhouding is. Een gezond lichaam heeft een -/+ verhouding van 95/5. Bij ziekte verandert die verhouding (ook wel polariteit genaamd). In een gezond lichaam valt het immuunsysteem de ziektekiemen aan, waardoor het evenwicht in het lichaam terugkeert." De tumor in Guus' hoofd had zijn immuunsysteem uitgeschakeld. De therapeut en zijn assistent gingen met hem aan de slag met verschillende apparaten. "We begrepen dat de tumor in resonantie gebracht zou worden, waardoor zijn activiteit tot staan zou worden gebracht en mogelijk verkleind worden. Daarnaast moest de polariteit van het lichaam weer neutraal worden. De tumor werd dagelijks bestookt met bio-blauw, een met zuurstof gevulde buis, die de tumor met de lage frequentie van 2-3 Herz aanvalt, en om de dag met een buis N2 (stikstof en oranje gekleurd). Daarnaast werd het hele lichaam gestabiliseerd op een magneetbank. De dagelijkse behandeling werd aangevuld met een magneetspoel en een magneetband. "De eerste week was erg zwaar. Mijn lichaam moest wennen aan de behandeling en ik lag vaak op bed. Ik had zware hoofdpijnen door de behandeling en geen energie meer om ook maar iets te doen, zelfs eten stond me tegen."

Toch ging het iedere dag een beetje beter met hem. "Ik wist niet wat er met me gebeurde, maar wist wel dat het me een goed gevoel gaf! Na twee weken kon ik mijn rug weer afdrogen. Dat was voor mij een heel bijzonder moment. Voor die tijd stond ik te klungelen, omdat ik de draai naar de diagonale beweging, door mijn verstoorde motoriek, niet meer kon maken. Ik bewoog minder traag en viel ook behoorlijk wat kilo's af. Ik had op dat moment alleen nog moeite met mijn evenwicht." Ook de epileptische aanvallen, die Guus na die eerste keer met grote regelmaat kreeg, werden langzaam minder. Na drie weken was hij uit de gevarenzone. "Ik was daar vanzelfsprekend fantastisch blij mee. Ik had mijn leven terug! Ik omarmde de therapeut om hem te bedanken. Daarop nam hij mij mee naar buiten en wees met zijn vinger omhoog. 'Je moet mij niet bedanken', zei hij. 'Maar Hem daarboven. Hij maakt dit mogelijk'."

Al tijdens de behandeling in Harlingen en ook later toen hij thuis was, verschenen er grote bulten op zijn hoofd. "Die werden behandeld met magneetpleisters, waardoor ze na verloop van tijd opengingen. Er kwam dan steeds een flinke hoeveelheid pus uit. Allemaal afvalstoffen, die uit mijn hoofd werden gejaagd. Prachtig!" Na vier weken was hij zodanig opgeknapt, dat hij naar huis mocht, om daar de behandeling voort te zetten. "We hebben de nodige apparaten aangeschaft en enkele andere in bruikleen gekregen. Ik zou me nog eens per week laten controleren."

Op 18 september 2002 werd er een nieuwe MRI-scan gemaakt. De neuroloog vertelde dat de tumor onveranderd leek, niet gegroeid, niet gekrompen. Hij had overigens geen verklaring voor de sterk verbeterde algemene conditie van Guus.

Hoewel de hoop dat de tumor kleiner geworden was niet bewaarheid werd, was de stilstand in groei toch een opmerkelijk resultaat. Eén van de kwalijke eigenschappen van een astrocytoom graad 4 is namelijk dat hij zich voortdurend in grootte verdubbelt. De therapeut in Harlingen was dan ook tevreden met het resultaat van het onderzoek. "Eind september 2002, na twee maanden resonantietherapie, was ik zover hersteld dat ik alles kon doen wat ik voor mijn ziekte ook kon." Een maand later, op 31 oktober, heeft Guus in Den Haag een bloedonderzoek laten doen. "Dat had ik 6 weken daarvoor ook al gedaan. Toen zag dat beeld er helemaal niet zo goed uit; grote onregelmatigheden in de rode en witte bloedlichaampjes." Het beeld zag er eind oktober veel beter uit. "De dokter was zeer tevreden, m'n bloed zag er 'energiek' en 'vitaal' uit.' En het bewijs dat mijn immuunsysteem weer actief is geworden is ook geleverd; ik ben inmiddels al een paar keer verkouden geweest!" Guus zet de behandeling tot de dag van vandaag thuis voort. "Ik heb mijn dieet en voedingssupplementen, medicijnen uit het ziekenhuis, een spoel die dagelijks de tumor aanvalt met pulsen van 3 Herz, de magneetband die ik iedere dag draag, de zuurstof en stikstof buizen gebruik ik nog steeds en ik lig iedere dag twintig minuten op de magneetbank. Als ik dat een dag niet doe, gaat het verkeerd. Ik kan niet precies omschrijven wat er dan gebeurt, maar het voelt niet goed." Al met al kost de behandeling hem dagelijks zo'n anderhalf uur. "Maar dat heb ik er graag voor over", lacht hij.

Na ruim zes maanden behandeling, werd op vrijdag 7 februari jl. een MRI scan gemaakt. "Ik wist dat die er veel beter uit moest zien dan de vorige scan, die in september 2002 gemaakt is", vertelt hij. "Toch was het spannend." Die spanning ontlaadde zich afgelopen maandag, toen op de foto's bleek dat de tumor zo'n tachtig procent kleiner was geworden. Een fantastisch resultaat, waar Guus, en zijn familie, dolgelukkig mee zijn. Op advies van de therapeut in Harlingen gaat hij de komende maanden nog door met zijn behandeling. Die is er uiteindelijk op gericht om de tumor helemaal te doen verdwijnen.

Klazien de Graaf

Ook bij Klazien de Graaf werd eind vorig jaar een hersentumor ontdekt. "Begin oktober merkte ik voor het eerst dat er iets niet goed ging", vertelt ze. "Na uitgebreid onderzoek in het ziekenhuis bleek dat ik een hersentumor had. Hoewel men in eerste instantie dacht dat het allemaal nog wel meeviel, werd ik eind vorig jaar erg ziek. In december ben ik geopereerd en is een groot deel van de tumor verwijderd. De uitslag van het weefselonderzoek viel tegen. Het bleek een astrocytoom graad 4 te zijn, de ergste in zijn soort." Via via hoorde Klazien van de behandeling die Guus Tóth onderging bij Eye4Care in Harlingen. "Al snel daarop hebben we contact opgenomen met de kliniek en zijn we met de behandeling gestart." Via familie, buren, vrienden en de kerk werd onmiddellijk begonnen met een inzameling om haar behandeling te kunnen bekostigen. Inmiddels is Klazien zo'n vier weken onderweg met haar behandeling. "En het gaat goed met me", vertelt ze. "Maandag jl. ben ik voor onderzoek naar de neuroloog in het ziekenhuis geweest. Hij was verbaasd te zien hoe goed mijn conditie op dit moment is."

Eye4Care

De kliniek in het Friese Harlingen is sinds maart vorig jaar in bedrijf. Begonnen ze met één behandelkamer en één therapeut; nu, bijna een jaar later, zijn er zes behandelkamers, vier therapeuten en drie assistenten die de mensen behandelen en bijstaan. Daarnaast is het personeelsbestand uitgebreid met technische en ondersteunende krachten. Alle therapeuten hebben een medische achtergrond en zijn door de grondleggers van Eye4Care ingewerkt. Dirk Pathuis leidt de kliniek en is verantwoordelijk voor de technische en organisatorische kant van de organisatie. "Mensen moeten voelen dat je van ze houdt. Dat is heel belangrijk. In onze praktijk ben je, als cliënt, geen nummer, maar mens. Het geeft ons, als therapeuten, een goed gevoel als we kunnen helpen. Daar doen we het voor. Als dat niet lukt, hebben we daar veel moeite mee."

De behandeling is gebaseerd op een al oude theorie, die ontwikkeld is door Nikola Tesla, de man die begin vorige eeuw ook de basis legde voor de MRI-apparatuur. "De medisch technicus die aan onze kliniek verbonden is, ontwikkelde alle apparatuur; onder ander zuurstof- en stikstofbuizen, magneetspoelen en ook de magneetbank."

Een belangrijk onderdeel van de magneettherapie is de magneetbank (MFU = Magnetic Field Unit). Die bank brengt het menselijk lichaam in evenwicht, zorgt voor een neutrale polariteit (-/+ verhouding) en vormt een belangrijke schakel in de therapie. De bank wordt ingezet bij elke verstoring in de polariteit van het lichaam. Elk ziektebeeld zorgt voor een verandering in de polariteit van het lichaam. Logisch gevolg is dan ook dat de magneetbank bij diverse ziektebeelden een heilzame werking heeft, zo menen de therapeuten in Harlingen. Voor Klazien de Graaf is het van belang dat er zo'n bank in Bunschoten komt. Over een paar weken zal zij haar behandeling thuis kunnen voortzetten en dan is de magneetbank onmisbaar. Hanny Tóth, de moeder van Guus en al maanden actief betrokken bij de behandeling van haar zoon, ziet nog meer voordelen van een magneetbank in ons dorp. "Het zou mooi zijn als de bank bij één van de therapeuten in ons dorp zou kunnen staan (de therapeut zou dan in Harlingen geïnstrueerd moeten worden). Dan kunnen meer mensen er gebruik van maken. Daarbij is een onderzoek door een arts of bevoegd therapeut wel noodzakelijk", benadrukt ze. "De bank kan bijvoorbeeld niet gebruikt worden door mensen met een pacemaker of metalen implantaten." Met de aanschaf van een magneetbank is een behoorlijk bedrag gemoeid. Wilt u daar een bijdrage aan leveren, dan kan dat door een bedrag te storten op de rekening die speciaal voor dit doel is geopend: nummer 31.24.38.974 van de Rabobank t.n.v. J.W. Tóth-Kwasniska, inzake magneetbank.

Mocht u na het lezen van het bovenstaande, vragen hebben, dan kunt u die stellen aan mevrouw Hanny Tóth, tel. 298 68 68. Eye4Care is ook te vinden op het internet : www.eye4care.nl.